Verwijzing op W. Edwards Deming (t.g.v. de Kredietcrisis)

september 23, 2009

Een jaar geleden zijn de Lehman Brothers Inc. falliet gegangen, een belangrijke mijlpaal voor de actuele Kredietcrisis. Aangezien dat er steeds naar oplossingen gezoekt wordt, wil ik bij die gelegenheid op de leringen van een man wijzen voor die het vaak gebruikte gezegde “Had men maar op hem gehoord!” ook bij kritische beschouwing echt geldt:

Van Demings boeken “Out of the Crisis” en “The New Economics” zijn eens ook Nederlandse vertaling uitgegeven worden, wat in Duitsland nog steeds niet het geval is.

Omwenteling aan de hand van het kortverhaal “Känsterle”

juli 15, 2009

Kort nadat ik mijn artikel over de omgang met twijfelaars geschreven heb, herinnerte ik mij aan een gebeurtenis uit mijn eschooltijd. Wij moesten eens (ik denk in de 8e klasse) een interpretatie van het kortverhaal “Känsterle” van de Zwitser schrijver Rainer Brambach schrijven. Om het volgende te begrijpen is het lezen van het verhaal aanbevolen (het is onder meer hier online in het Duits ter beschikking) alsmede sommige gedachten over de plot. Mijns inziens is het lezen ook anders de moeite waard.

Na het becijferen van de interpretatie blijkte dat vele in de klasse of de man of de vrouw schuld aan de afloop van het verhaal toegewezen hebben. Voor dergelijke oordelen kwam slecht de cijfer 3 (een “voldoende”) voort. Wat wij hier hadden was een voorbeeld voor de omwenteling van en onderwerp (punt 9 in de lijst van de 10 soorten twijfels volgens Shingo). De meesten in onze klasse hebben het verhaals slechts uit een oogpunt bekeken. Als men meerdere oogpunten gebruikt zou hebben, zou men tot een kompleter oordeel gekomen hebben.

Interessant was hoe de eenzijdige oogpunten verdeeld gewezen zijn. Het blijkte dat de meeste jongen de vrouw de schuld toegewezen hebben, terwijl de meeste meisjes de man de schuld toegewezen hebben. Dit was een interessant inzicht wan welke men iets geleerd zou hebben als men dit verder uitgespit zou hebben. Helaas is men vervolgens doorgegaan met onderwijzen.

Stiptheid van bussen – een voorbeeld uit Aachen

april 27, 2009

Nadat ik regelmatig bepaalde routes per bus en trein te reizen hadde, moest ik de ene of andere vertraging meemaken. Door mijn statistische achtergrond kwam ik op de idee deze vertragingen te noteren en te analyseren hoe stipt de vervoermiddelen echt zijn. Na lange tijd heb ik midden januari weer ermee begonnen en wil nu een indruk geven van wat men eruit concluderen kan.

Als voorbeeld heb ik voor de bushalte “Kuckelkorn” in Aachen gekozen, die bij mij in de buurt ligt. Daar heb ik ’s avonds voor 6 bussen genoteerd waneer deze vertrokken zijn. Daarbij handelt het om de volgende lijnen van de AVV:

  1. Bus 35 richting Breinig Entengasse in Stolberg (binnenwaarts). Vertrek: 18.26 uur.
  2. Bus 55 richting Vaalserquartier (buitenwaarts). Vertrek: 18.28 uur.
  3. Bus 3A richting Uniklinik (binnenwaarts). Vertrek: 18.28 uur.
  4. Bus 3B richting Uniklinik (buitenwaarts). Vertrek: 18.28 uur.
  5. Bus 45 richting Aachen-Brand (binnenwaarts). Vertrek: 18.36 uur.
  6. Bus 45 richting Uniklinik (buitenwaarts). Vertrek: 18.36 uur.

Met de metingen heb ik op 14 januari begonnen. Deze zijn voor het eerst tot 24 april gegaan, zo dat – carnavalsmaandag en Pasen uitgezonderd – 72 werkdagen ter beschikking bereid stonden. Op 20 maart konde ik niet ter plekke staan en dus op 71 dagen meten. Erbij kwamen een gebrekende waarde voor bus 35 op 14 januari alsmede voor bus 3A op 28 januari.

Voor het eerst staan hier enkele maten voor het overzicht. Aangezien dat er enkele grote vertragingen gewezen zijn, zullen robuste maten nuttig zijn. Dus heb voor de volgende maten gekozen:

  • De mediaan: Als men de waarden volgens hun grotte verzamelt, is de mediaan de waarde, die in de midden ligt: Dus is die bijna ongevoelig tegen extreme waarden.
  • Het eerste en het derde kwartiel: De kwartielen zijn de waarden die de gegevens in vier gelijk grote groepen opdelen. Het eerste kwartiel (Q1) zit tussen de onderste 25% en de bovenste 75% van de waarden. Het derde kwartiel zit tussen de onderste 75% en de bovenste 25% van de waarden.
  • De interkwartielafstand (IKA): De IKA is het verschil tussen het eerste en het derde kwartiel, dus Q3-Q1. Deze is bedoeld als maat van spreiding en de breedte van het interval, waar de helft van de waarden zit.
Vertragingen aan de bushalte “Kuckelkorn” in Aachen
Bus 35 55 3A 3B 45 45
Vertrek 18.26 uur 18.28 uur 18.28 uur 18.28 uur 18.36 uur 18.36 uur
1e kwartiel -0:28,0 1:52,0 0:28,0 0:12,0 -1:09,0 0:29,0
Mediaan -0:13,5 4:56,0 0:36,0 1:00,0 0:03,0 1:12,0
3e kwartiel 1:04,3 7:27,0 1:54,0 3:28,0 0:50,0 2:46,0
IKA 1:32,3 5:35,0 1:26,0 3:16,0 1:59,0 2:17,0

(alle gegevens in minuten en seconden)
(Voorbeeld: De vertragingen van bus 55 hadden tussen 14 januari en 24 april een mediaan van 4 minuten en 56 seconden.)

Tussen de onderzoekte bussen valt de lijn 55 op die van de Belgische grens bij Aachen-Lichtenbusch via Kornelimünster en vervolgens door de binnenstad komt en duidelijk later dan de andere bussen vertrekt. Ook de spreiding van de vertrektijden is groter dan bij de andere lijnen.

Anders lijken de bussen vanuit de binnenstadt iets later te vertrekken wat eraan liggen mag dat deze langer onderweg zijn. Maar om dit te bewijzen dienen meer lijnen bekeken te worden.

Om de vertragingen nauwkeuriger analyseren te kunnen is een beschouwing van de ritten over de tijd nodig. Bij de bovenstaande maten wordt verondersteld dat de omstandigheden, die voor de stiptheid verantwoordelijk zijn, in de maanden gelijk gebleven zijn. Daarbij kunnen weer, vakanties en zo meer een invloed hebben. Bovendien kan men op die manier ontdekken of enkele bussen relatief laat (of stipt!) gewezen zijn. Dit wijst op bijzodere oorzaken oft. gebeurtenissen welke men natrekken moet.

Een eventuële voordeel, als men de vertragingen noteerd, is dat ee bus algemeen stipt te zijn lijkt. Op de andere kant heb ik al latere lijnen ervaren. Toen ik in Baesweiler werkte, kwam de bus 51 uit Aachen op die ik an de endhalte te wachten hadde steeds aanzienlijk te laat.

Trouwens heb ik met de Deutsche Bahn meer beleeft. Zo kwam elke vierde trein van Bremen naar Keulen, met die ik zondags naar huis reisde en die om 20.48 uur aankomen zou, om de herfst heen meer dan 45 minuten te laat aan, zodat ik de aansluitende trein naar Aachen miste.

Statistiek surreëel

januari 16, 2009

Op de webite van het Wadsworth Atheneum, het oudste openbaar kunstmuseum ven de Verenigde Staaten, zit een applicatie met de naam SurrealPainter, met welke de bezoeker uit een reeks van achtergronden en objecten een surreël beeld maken kan. Met deze applicatie, die deel van een reclamecampagne gewezen is, heb ik over het onderwerp statistiek een beeld gemaakt:

Statistik

Statistiek surreëel

http://www.wadsworthatheneum.org/painter/galleryView.php?paintingID=10393

Spel eens in het bedrijf Taboe

januari 6, 2009

In het jaar 1989 heeft de firma Hasbro het bordspel Taboe op de markt gebracht. Als bekend moet een speler een begrip zo omschrijven dat deze door zijn team geraden worden kan. Dit is op zichzelf niet zo moeilijk, de faliekant bij Taboe is echter dat de vijf meest kennelijke begrepen niet gebruikt worden kunnen, dus “taboe” zijn.

Deze principe kan men soms op het vinden van ideeën overdragen, zoals bijv. een groep maatregelen voor de verbetering van het bedrijf te ontwikkelen heeft. Als men de meest kennelijke begrepen bewust weglaat, richt zich de oog op bereiken waarmee anders niet rekening gehouden wordt omdat die in het dagelijkse bedrijfsleven weiniger prioriteit verkregen.

Een verdere aspect is dat bij niet zo kennelijke bereiken hun betekenis voor het bedrijf en de klant eveneens niet zo kennelijk is. Op de ene kant ligt dat eraan dat op deze bereiken niet zo opgelet wordt. Op de andere kant definieert zich het bedrijf over de zichtbare dingen zoals bijv. arbeidstijd of zijn hoofdproduct of -dienst. Dit kan ertoe leiden dat deze definieerbare bereiken ten nadele van de kwaliteit geoptimeerd worden, wat volgens W. Edwards Deming een ernstige fout is. Omdat men bij tot dusver niet bekeken bereiken eerst over hun betekenis voor het bedrijf en de klant nagedacht worden moet heeft men een goede gelegenheid om het bewustzijn voor een systeem te ontwikkelen. Deze bewustzijn laat zich dan op de overige prioriteiten overdragen.

Met deze voorstel zou niet beweert worden dat men in toekomt op de belangrijke dingen in het bedrijf niet letten zou. Echter zou het nuttig zijn als men af en toe ook op die als minder belangrijk beschouwde dingen let. Aangezien dat dit normaal niet gebeurt, is een bewuste benadering noodzakelijk.

Hoe met twifelaars omgaan?

december 29, 2008

Voor de vooruitgang is het belangrijk dat ideeën ingebracht en omgezet worden kunnen. Bij het inbrengen van een idee kunnen op die moment geuitte twijfels ertoe leiden dat de idee niet verder nagevolgt wordt. Een reden ervor is dat mensen zich vaak een bepaald werkwijze aangewend hebben en deze niet veranderen willen. Niet voor niets luidt een van de meest gebruikte gezegten in een Duitse bedrijf: “Das haben wir schon immer so gemacht! (nl. “Dit hebben wij steeds zo gemaakt!)

Op de andere kant kan het gebeuren dat ideen zonder rekening met verliezen te hoeden doorgezet worden en mensen, die argumenten tegen deze ideeën aanvoeren, als twijfelaars en rustverstoorders afgedaan worden. In beide gevallen worden belangrijke gelegenheiden voor verbeteringen gemist.

De Japanse kwaliteitsdeskundige Shigeo Shingo heeft over deze probleem al eerder gedachten gemaakt en oplossingen ervoor in een boek gepubliceerd, welke in de oorspronkelijke Japanse versie al in 1958 op de markt was, maar pas sinds 2007 in een Engelse vertaling te hebben is. Hoofdstuk 5, uit welke de volgende lijst is, houdt zich met de realisatie van ideeën bezig.

Volgens Shigeo Shingo laten zich twijfels in volgende 10 categorieën indelen:

  1. Twijfels vanwege bijzondere gevallen: Het worden problemen geuit die normaal niet gebeuren zodat ze in waarheid weinig effecten hebben.
  2. Twijfels vanwege het zoeken naar de rozijnen oft. naar de haar in de soep: Het worden alleen de goede zijden van het status quo oft. alleen de slechte zijden van de idee geuit.
  3. Twijfels vanwege foute schalen: Het het potentiaal van een idee uitziet hangt van de gebruikte schaal oft. de gebruikte grootte af.
  4. Twijfels vanwege onvolleidige bewijzen: Details welke voor de beoordeling belangrijk zijn worden weggelaten.
  5. Twijfels vanwege foute context: Een uitspraak wordt op een manier overgelevert dat ze een andere betekenis als de oorspronkelijke verkrijgt.
  6. Twijfels vanwege het kip-of-ei-probleem: Een populaire diskussie gaat erover of de kip of het ei het eerst verschijnen is. Algemeen gezegt wordt erover diskuteerd of A door B veroorzakt wordt of omgekeerd waarbij er voor beide veronderstellingen argumenten zijn.
  7. Twijfels vanwege het kikkervis-probleem: Uit kikkervissen worden – zoals bekend – kikkers. Toch kunnen ze tijdens hun kikkervis-stadium niet met kikkers vergleken worden. Dus wordt een evolutie – zoals bij ideeën in het stadium van ontwikkeling – overzien.
  8. Twijfels vanwege schele blik: Het wordt toegekend dat men principieel voor verbeteringen is, maar de actuele idee wordt (meetsal vanwege een detail) principieel voor niet omzetbaar bekeken. Shigeo Shingo heeft dit als de meest populaire voor van twijfel genoemd.
  9. Twijfel vanwege omwenteling: Iets wordt vanuit een andere richting bekeken, zodat een andere zichtwijze en dus een andere waardering gebeurt.
  10. Twijfel vanwege uitwijken: Bij een idee wordt een probleem aangesproken welke tegen deze idee pleit. Als men een oplossing voor deze probleem vindt, wordt een ander probleem aangesproken.

Shigeo Shingo heeft in de waardering van ideeën tussen managers- en ingenieursinstinct onderscheiden. Terwijl de manager pas ideeën oppakt als voor deze een 100 % perfecte omzetting bestaat, probeert de ingenieur iede idee als de minste uitzicht op succes bestaat en maakt vervolgens als nodig verbeteringen. Dus zullen ideeën niet door twijfels voorgekomen worden.

Op de andere kant wordt bij een overdenking van de 10 categorieën duidelijk dat de geuitte twijfels meestal een teken ervoor zijn dat de bestaande kennis niet volleidig is. Men zou ook rekening ermee houden dat een problematisch details tijdens het omzetten van een idee niet tegen de idee pleit maar alleen tegen het detail. Als met het detail tijdens de omzetting van de idee rekening gehouden wordt, zou de uitzicht op succes stijgen. Vanwege deze reden heeft Shingo bevonden dat slechts 1 procent van de geuitte twijfels op incompetentie en kwaadwilligheid terug te voeren zijn. De overige 99 procent blijken suggesties te zijn.

Dus zou de beoordeling van ideeën en twijfels onder het aspect gebeuren dat verbeteringen überhaupt beproefd en zo goed als mogelijk omgezet worden. Twijfels en de mensen, die ze uitten, kunnen met deze principe in het werk geïntegreert worden.

Een theorie en de poging deze te bewijzen

november 27, 2008

De theorie: De voormalige Nederlandse minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft eraan schuld dat het Nederlands voetbalelftal 2006 niet wereldkampioen geworden is.

Het bewijs:

  1. De van de Ivoorkust afkomstige voetballer Salomon Kalou wilde de Nederlandse nationaliteit verkrijgen om bij het WK 2006 in Duitsland spelen te kunnen.
  2. Voor de gewone inburgeringsprocedure is Kalou niet lang genoeg in Nederland gewezen.
  3. Een versnelde inburgering is in Nederland mogelijk als nationale interesses ervoor pleiten.
  4. Mevrouw Verdonk heeft deze niet gezien en weigerde de inburgering. Tegen een positieve beslissing van een rechtbank is zij in beroep gegaan.
  5. Na het zakken voor een inburgeringsexamen heeft kalou de Nederlandse nationaliteit niet verkregen en kwam vervolgens niet in het elftal.
  6. Tijdens het WK 2006 is Nederland in de achtste finale tegen Portugal afgevallen.

Dus is de boven geformuleerde theorie bewezen.

Toch?

Overleven alleen de sterksten?

november 26, 2008

“Nur die Harten kommen in den Garten.” – Duitse slogan.

Een belangrijk onderwerp onder de werkgevers is de stressbestendigheid van de werknemers. Volgens een enquête van de Institut der deutschen Wirtschaft Köln onder 763 bedrijven over de sleutelkwalificaties van sollicitanten voor stageplaatsen hebben in de commerciële sector 83 % van de ondervraagden aan het criterium “stressbestendigheid” een zeer een zeer belangrijke betekenis toegewezen. In de technische sector is dit voor 94 % een zeer belangrijke eigenschap gewezen. Ermee gaat een 100-procents nadruk op het belang van “beroepsinstelling” in beide sectoren voort alsmede op criteria als “wil voor prestatie” (100 resp. 99 % achten dit voor “zeer belangrijk”), “betrouwbarheid” (97 % resp. 98 %) of “concentratievermogen” (respectievelijk 97 %). Vervolgens is een van dereden, welke volgens een andere enquête tot een scheiding van een bachelor leiden kunnen, gebrekende stressbestendigheid.

Dat een stressbestendige mens in een gegeven situatie meer presteren kan is een plausibel argument. Vanwege deze reden wordt in de Klinsmann-dynastie naast andere ideeën en omwentelingen ook het principe gepratikeerd dat minder ruime regeneratie dan doelgericht training de fondamenten van betere stressbestendigheid en herstel waarborgt. Dr. Tim Meyer, teamarts van de Mannschaft, heeft in een editoraal geschreven dat de kernspreuk van de “geoptimeerde regeneratie” een mediaal getransporteerde allgemeenheid is, welke wetenschappelijk omstreden is. In een artikel in de nieuwskrant “Hamburger Abendblatt” maakte hij zijn standpunt duidelijk:

“Regeneratie kan niet erin bestaan dat men niets doet, men moet ook traineren.”

Te dien einde worden de sporters wetenschappelijk geanalyseerd en individueel getraineerd. De verhoogte fitness-level beschermt als een bijeffect ook tegen blessures.

Een populaire theorie luidt dat men stress niet beklagen zou omdat dit een vorm van mopperen is welke als nieuwe Duitse ondeugd uitgemaakt wordt. Eruit wordt de conclusie getrokken dat men niets aan de bestaande stress anderen maar ermee leven zou. Een parallel ertoe zou het ignoreren van pijn zijn. Maar dit is een tweesnijdend zwaard. Terwijl men op de ene kant daardoor een ontziende houding vermijden of de volledige beweeglijkheid na een blessure herstellen kan (prestatieverhoging), bestaat op de andere kant de gevaar dat een blessure of een ander probleem zich zo verergerd dat een latere gebeurende schade veruit ernstiger uitvalt en – indien dan al – moeilijker op te heffen is. Dus komt de paradox voort dat men, om met problemen omgaan te kunnen, deze überhaupt eerst herkennen moet.

Als men een samenhang tussen stressbestendigheid en prestatie tot stand brengen wil, dan moet men ermee rekening houden dat stress een vorm van energieverbruik is. Nu kan men bij het kopen van een auto op een geringe brandstofverbruik achten. Deze voordeel wordt opgeheven als men zo door de omgeving scheurt dat onnodig benzine verspilt wordt. Op het beroepsleven overdragen betekent dit dat naast de stressbestendigheid van de werknemer ook de stress zelf zijn prestatie bepaald, en de stress wordt door de werkgever bepaald (zoals – voor een gedeelte – de stressbestendigheid). Een voorbeeld voor deze inzicht vindt men aan een lopende band van Toyota waar de werkers de gehele dag ermee bezig zijn in per minuut delen te monteren, en dit zonder fouten.

Wordt bij Toyota belang aan de stressbestendigheid van de werkers gehecht? Ja zeker.

Zij de werkers bij Toyota stressbestendiger oft. hebben zij een betere instelling oft. prestatiegerichtheid oft. betrouwbarheid oft. concentratievermogen? Dat kan.

Wordt deze prestatie bereikt doordat men alleen op de stressbestendigheid van de werkers enz. let? Nee!

De oplossing van het raadsel ligt erin dat een werker bij Toyota niet de gehele dag als Charlie Chaplin in “Modern Times” dezelfde bewegingen maakt maar alle twee uren een andere werk verricht welke andere bewegingen vereist. Op deze manier worden niet alleen eenzijdige belastingen van lichaam een geest vermeden maar de werkers worden tegelijkertijd metverschillende werkbereiken vertrouwd gemaakt. Daardoor verkrijgen ze de motivatie en de gelegenheid over hun baan na te denken. Deze beleid wordt met “de geest snel, het lichaam soepel houden” zeer mooi omschreven. De betrekking van de werkomgeving bij het optimeren van het prestatievermogen is een verheugende tegenontwerp tot het graag gepropageerde slogan van de “cultuur van inspanning”.

Alleen de sterksten overleven? Deze spreuk is zover juist maar wordt verder fout.

De postcodes in Nederland, België en de rest van de wereld

juli 15, 2008

Uit de zoekwoorden die naar mijn Duitse blog leidten, bleek dat enige mensen op zoek naar postcodes in Nederland gewezen zijn. Vanuit deze reden heb ik enkele links genoemt welke bij het zoeken in Nederland helpen kunnen. Erbij kwamen links naar postcode in België en de rest van de wereld. Deze bijdrag bleek een grote succes te zijn (notitie: Iets zou succes hebben als er vraag ernaar is.).

Wie een overzicht over de postcodes van een bepaalde land krijgen wil, die kan naar het Duitse Wikipedia-artikel over postcodes gaan. Vandaar kan men naar merdere artikelen over internationale postcodereeksen komen. Wie daar de aparte versie van de landstaal gaat, zou een uitgebreidere omschrijving alsmede een lijst van postcodes vinden of is tenminste niet ver ervan.

In de Nederlandse Wikipedia kan men de lijst van postcodes in Nederland vinden. Wie voor een bepaalde adres in Nederland de postcode vinden wil of voor een postcode de overeenkomstige plaats, die kan bij Postcode.nl in het zoekformulier de plaats en de straat oft. de postcode (met of zonder letters – zonder letters worden alle ondergeschikte postcodes oggelevert) invoeren. Bij invoering van slechts de plaatsnaam wordt echter slechts in straatnamen gezoekt welke de ingevoerte naam bevatten. Bij TNT Post, de opvolger van het Nederlandse staatsbedrijf voor de post, wordt voor de zoekfunctie aldaar op iede geval het huisnummer alsmede, indien in te voeren, de volleidige postcode.

Voor België is er in Wikipedia eveneens een lijst van postcodes, zowel in het Nederlands als ook in het Frans. Via de website van de Belgische post is er eveneen een zoekmogelijkheid.

Wie een wereldwijde overzicht hebben wil, die kan bij de Belgische internetindex 2link.be in de internationale telefoongids nakijken. Daar zijn er voor de landen onder meer ook verdergaande links na de overeenkomstige postcodes (onder “postcodes”, “postal codes”, “postnummer” of dergelijks).

Overigens: Wie naar een Duitse postcode (“Postleitzahl”, afk. “PLZ”)oeken wil, die kan de zoekfunctie van de Deutsche Post raadplegen. Men heeft tenminste de eerste twee letters van de plaatsnaam (“Ort”) of de eerste twee van de fijf cijfers van de postcode (“PLZ”) in te voeren. Dan krijgt men een lijst van zoekresultaten die of naar de postcode of naar plaats- en straatnaam gerangschikt zijn. Via het “i”-symbool kan men nuttige informaties zoals nabij gelegene kantoren of brievenbussen krijgen.

Wijsheid van de voorouders

juni 30, 2008

Uit een artikel over een besturingssysteem voor mainframes:

“Het algemene backupmechanisme wordt veeleer door het systeem dan door de individuele gebruiker voorzien, des te meer is de gebruiker niet in staat, om het overhead (of de zorg) om zich voor het onwaarschijnlijke geval van een ongeluk voor te bereiden, te rechtvaardigen. Dus heeft de individuele gebruiker een verzekering nodig, en dit is inderdaad wat ter beschikking gesteld wordt.”

Het in het artikel beschreven besturingssysteem was Multics, een voorloper van Unix. Het Artikel zelf dateerd van het jaar 1965! Men kan deze citaat beslist als een voorbeeld voor de stelling van W. Edwards Deming uitleggen, dat het systeem tegen 94 procent voor de prestatie verantwoordelijk is en de individuele gebruikers slechts tegen 6 procent. Bovendien kan men het backupmechanisme als een voorbeeld van Poka-yoke, de Japanse kunst van foutenvermijding, verklaren (voor deze kunst zijn er zeer gevarieerde toepassingsmogelijkheden).

Het moraal van het verhaal: Ook als de beschrevene techniek niet meer actueel is (of – tussen haakjes – niet bij het vakgebied van de lezer behoort), kunnen de bijbehorende principes heel wel leerrijk zijn.