Wereld-keeper van het jaar – by what method?

In varband met cijfers en informaties van allerlei soort die men in de handen heeft wees W. Edwards Deming op de vraag op welke manier deze informaties tot stand gekomen zijn. Zijn gezegde ertoe luidte “By what method?”. De reden is dat de manier van het verzamelen van informaties in grote mate het resultaat beinvloed. Als men met deze omstandigheid niet rekening houdt kan het gebeuren dat bij de oplossing van een probleem niet met alle informaties in aanmerking genome worden. Een voorbeeld ervoor is de bestraffing van een schoolklas bij misstappen van enkele scholieren. De denkfout ligt erin dat uit het gedrag van de enkelen op alle scholierengeoordeelt wordt. Veeleer dienen alle betrokkenen in aanmerking genomen worden daarmee pedagogische maatregelen niet tegen prosociaal igestelde personen gericht worden.

De reden voor deze uitleggen ligt in een bericht van Oliver Fritsch in zijn blog direkter-freistoss.de. Daar houdt hij zich met de melding bezig dat Markus Merk de titel “Wereld-referee van het jaar” ontvangen heeft zoals reeds 2004 en 2005 (in de laatste jaren was Dick Jol 7e in 2001; Frank de Bleeckere was 8e in 2006). Deze titel wordt door de IFFHS (International Federation of Football History & Statistics) toegekend. Door den IFFHS wordt ook de “Wereld-keeper van het jaar” gekoren. Deze onderscheiding kwam drie keer naar Oliver Kahn toe (Edwin va de Saar was onder meer 3e in 1998 en 4e in 1999 en in 2007). Ervan afgezien dat deze onderscheidingen in de pers vermeldt worden gebeurt het ook bij berichten over Merk en Kahn dat de titels ter sprake gebracht worden. Ze blijken dus belangrijke feiten te zijn.

Het probleem is echter dat niet geheel duidelijk is hoe de titels toegekend worden. Op de website van de IFFHS is erva spraak dat sportredacties en experten uit 89 landen over alle continenten verdeeld aan de verkiezing deelnemen. Nadere gegeven zijn niet in ervaring te brengen. De publicist Erik Eggers probeerte vergeefs meer over de IFFHS te ervaren en uitte de verdenking dat het om een eenmansbedrijf gaat. Het beste is men hebt een oog op de website en maakt zich zelfs een vorstelling ervan.

Te slotte moet ik nogeens aanspreken dat de bericht van Oliver Fritsch met de titel “Das Statistikkabinett des Dr. Pöge” (Pöge is oprichter en president van de IFFHS) en het articel van Erik Eggers met de titel “Statistisches Phänomen” voorzien is. Het mag eran liggen dat in de titel van de federatie het begrip “statistiek” voorkomt. Het probleem ligt erin dat statitiek vaak als verzameling van cijfers aangezien wordt. Misschien komt vandaar het imago van de statistiek als een vorm van het liegen. Terwijl deze vooroordeel beslist zijn gegrondheid heeft moet men het niet daarbij laten. Bij een behoorlijke statistiek laat zich de verzameling van hun gegevens en de gebruikte methodes onderzoeken. Als men weet hoe de statistiek tot stand gekomen is komt man naar de punt waar van beslissen moet of de cijfers iemand noodzaken zijn tot nu opgebouwde weten te overdenken. Oftewel om het met betrekking tot de onderscheidingen van de IFFHS te formuleren:

  • Hoe zijn de ranglijste die de titeltoewijzing bepalen tot stand gekomen?
  • Wat kan men uit de ranglijsten resp. de titels afleiden?

Tags: , , ,

Plaats een reactie